Airsoft & de Wet

Het komt nogal eens voor dat airsoftreplica's voor echte wapens worden aangezien. Mensen in het bezit van dergelijke replica's werden zelfs neergeschoten door politieagenten, omdat die voor een vuurgevecht vreesden. Om deze reden is het voor in de Verenigde Staten geïmporteerde airsoftreplica's verplicht om de voorkant van de loop feloranje geverfd te hebben. De effectiviteit hiervan staat echter ter discussie, omdat dit makkelijk over te verven is of te verbergen achter bijvoorbeeld plakband.

Overvallen of andere misdrijven die worden gepleegd met een dergelijk 'nepwapen' worden in sommige delen van de VS net zo zwaar bestraft als met een echt wapen.

In Longwood, Florida werd een 15-jarige leerling gedood, nadat hij een airsoftpistool op een politieagent had gericht. De leerling, Chris Penley, had de oranje loop zwart geverfd en het wapen naar school genomen om zijn medeleerlingen te bedreigen.

Plaatsen waar airsoft gespeeld mag worden.

Aangezien de replica's die bij airsoft worden gebruikt bijna niet te onderscheiden zijn van echte wapens, zijn ze niet overal legaal. In vrijwel heel Europa, de Verenigde Staten en Azië zijn deze BB-guns legaal, meestal alleen voor mensen ouder dan 18 jaar. Deze zijn ook beschikbaar voor minderjarigen met toestemming van een van de ouders. In Canada, Australië, Tsjechië, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk zijn scherpe voorwaarden verbonden aan het bezit (zoals het hebben van een vuurwapenvergunning).

In Duitsland is het alleen legaal om te schieten met een volautomatisch geweer als deze minder dan 0,5 Joule bevat. Hoger dan 0.5 Joule is toegestaan bij semiautomatische wapens. Ook moet er een <f>-markering op de replica staan. In het Verenigd Koninkrijk is er een snelheidslimiet van 324 fps voor een AEG en 612 fps voor een enkelschots wapen. In Finland, Hongkong, België en de meeste andere landen is het verboden een replica in de openbare ruimte (op straat) zichtbaar te vervoeren of te dragen.

Airsoft in nederland

Na een petitie van de Nederlandse Airsoft Belangen Vereniging (NABV) om airsoft te legaliseren in Nederland en na Kamervragen over airsoft liet de minister weten geen intentie te hebben om de wapenwet aan te passen. Op 16 februari 2011 is tijdens een plenair debat op initiatief van PVV, VVD, CDA en PvdA de staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie opgeroepen een mogelijkheid te creëren om het bezit van airsoftapparaten toe te staan in Nederland.

De Wet wapens en munitie bepaalt sinds 1 mei 2012 dat de minister van bij of krachtens deze wet vastgestelde voorschriften of verboden vrijstelling of, op daartoe strekkend verzoek, ontheffing kan verlenen voor daarbij te omschrijven wapens of munitie voor onder meer sportdoeleinden. Op basis daarvan is er de Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 7 januari 2013 nr. 332642 houdende wijziging van de Regeling Wapens en munitie in verband met de regulering van het gebruik van airsoftapparaten, die per 15 januari 2013 airsoft tot op zekere hoogte legaal heeft gemaakt.

De Regeling wapens en munitie definiëert een airsoftapparaat als een lucht-, gas-, of veerdrukwapen met een maximum "schotkracht" (mondingsenergie) van 3,5 joule, welk wapen voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis toont met vuurwapens. Een energie van 3,5 joule is bijvoorbeeld die van een BB van 0,35 gram bij een mondingssnelheid van 140 m/s.

Het betreft airsoftapparaten die, zoals de meeste, zodanig op een wapen lijken dat zij voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn. Deze vallen onder het strengste regime van categorie I van de wet. De Regeling heeft een nieuwe paragraaf 9a gekregen, Vrijstelling voor airsoftapparaten, die onder strikte voorwaarden vrijstelling verleent van het verbod van artikel 13, eerste lid van de wet. Daarbij zijn er aparte vrijstellingsregels voor onder meer vervoeren, voor handen hebben en dragen.

Een houder van een airsoftwapen moet voldoen aan:

  • Minimale leeftijd 18 jaar
  • Verklaring omtrent het gedrag (VOG)
  • Lidmaatschap van een door de minister erkende airsoftvereniging. De NABV is voor zover bekend de enige. Een andere vereniging heeft in 2013 erkenning aangevraagd.
  • Niet-ingezetenen van Nederland die de airsoftsport beoefenen, krijgen toestemming om aan evenementen in Nederland deel te nemen.

Aanvullende regels:

  • Leden van de vereniging dienen hun airsoftapparaten te vervoeren in een koffer, foedraal of tas die afsluitbaar moet zijn.
  • Leden van de vereniging dienen airsoftapparaten thuis op te slaan in een deugdelijke opslag met sluitwerk. Thuis onderhouden en testen mag (mits uit het zicht van omwonenden)
  • De erkende wapenhandel moet een register bijhouden wie airsoftapparaten koopt.
  • Vervoer zoals gebruikelijk bij (vuur)wapens: de kortste weg, afgesloten in een koffer of tas. BB's en magazijnen hoeven niet gescheiden vervoerd te worden volgens de wet. Het magazijn mag er NIET in zitten tijdens vervoer.
  • Leden mogen zelf airsoftapparaten invoeren, mits ze geregistreerd staan bij de airsoftvereniging.

Paragraaf 9a vrijstelling voor airsoftapparaten

Artikel 17a

1. Van het verbod in artikel 13, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend voor het overdragen, voorhanden hebben en vervoeren van airsoftapparaten voor de beoefening van de airsoftsport in verenigingsverband aan personen die ten minste de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en door middel van een bewijs van lidmaatschap kunnen aantonen lid te zijn van een door de Minister erkende airsoftvereniging.

2. De vrijstelling ingevolge het eerste lid geldt voor het vervoeren slechts langs de weg en het tijdsbestek welke redelijkerwijs voor het vervoer zijn geboden voor:

a. het vervoeren tussen de woning en de schietvereniging;

b. het vervoeren tussen de woning en door de airsoftvereniging, bedoeld in het eerste lid, aangewezen bijeenkomsten en beurzen in het kader van de airsoftsport of voor de airsoftsport te gebruiken wedstrijdterreinen;

c. het vervoeren tussen de woning en de erkende wapenhandelaar;

d. het vervoeren van en naar de landsgrens teneinde een airsoftapparaat te doen binnenkomen of uitgaan.

Artikel 17b

1. Van het verbod in artikel 13, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend voor het voorhanden hebben van airsoftapparaten voor de beoefening van de airsoftsport in verenigingsverband aan personen die ten minste de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en door middel van:

a. een bewijs van voorlopig lidmaatschap kunnen aantonen aspirant-lid te zijn van de airsoftvereniging, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, of

b. een bewijs kunnen aantonen door de airsoftvereniging, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, als introducé te zijn aangewezen.

2. Van het verbod in artikel 13, eerste lid, van de wet wordt aan een persoon als bedoeld in artikel 17a, eerste lid, vrijstelling verleend voor het overdragen van airsoftapparaten aan personen als bedoeld in het eerste lid, onder a en b, en wordt aan laatstbedoelde personen vrijstelling verleend voor het overdragen van airsoftapparaten aan personen als bedoeld in artikel 17a, eerste lid.

Artikel 17c

1. Van het verbod in artikel 13, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend voor het dragen van airsoftapparaten op voor het publiek toegankelijke plaatsen, met uitzondering van de openbare weg.

2. De vrijstelling ingevolge het eerste lid geldt slechts:

a. voor personen als bedoeld in artikel 17a, eerste lid;

b. voor personen als bedoeld in artikel 17b, eerste lid, onder a en b, indien en zolang zij tezamen met een persoon als bedoeld in artikel 17a, eerste lid, de airsoftsport beoefenen;

c. voor de beoefening van door de airsoftvereniging, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, georganiseerde airsoftsport ten behoeve waarvan voorafgaande schriftelijke toestemming van de korpschef is verleend, welke toestemming in ieder geval wordt onthouden of ingetrokken indien geen redelijke maatregelen ter voorkoming van bedreiging en afdreiging door de airsoftapparaten zijn getroffen, dan wel indien misbruik is te vrezen;

d. gedurende de tijden waarop het sportevenement plaatsvindt;

e. op het terrein van het evenement in de onmiddellijke nabijheid van de plaats waar de airsoftsport daadwerkelijk wordt beoefend.

Artikel 17d

1. Van het verbod in artikel 13, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend aan erkenninghouders en personen als bedoeld in artikel 17a, eerste lid, voor het doen binnenkomen of doen uitgaan van airsoftapparaten die zodanig zijn verpakt dat zij niet voor onmiddellijk gebruik kunnen worden aangewend.

2. Van het verbod in artikel 13, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend aan erkenninghouders voor het vervaardigen, transformeren, voor derden herstellen, overdragen, voorhanden hebben en vervoeren van airsoftapparaten.

Artikel 17e

1. Van het verbod in artikel 13, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend aan in het buitenland wonende personen, voor het doen binnenkomen of uitgaan van airsoftapparaten.

2. De vrijstelling ingevolge het eerste lid geldt slechts:

a. voor personen die blijkens een schriftelijke uitnodiging of verklaring van de airsoftvereniging, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, gedurende een daarin vermeld tijdvak in Nederland de airsoftsport gaan beoefenen of hebben beoefend en die in het land van herkomst bevoegd zijn de meegebrachte airsoftapparaten voorhanden te hebben;

b. vanaf de tweede dag voor, tot en met de tweede dag na het in onderdeel a bedoelde tijdvak.

Artikel 17f

1. Van het verbod van artikel 13, eerste lid van de wet wordt voor het vervoeren van airsoftapparaten vrijstelling verleend aan personen die in de uitoefening van een beroep of bedrijf zaken vervoeren.

2. De vrijstelling in het eerste lid geldt slechts:

a. voor zover het vervoer plaats vindt in opdracht van degene die bevoegd is het airsoftapparaat voorhanden te hebben en te vervoeren;

b. indien de ontvanger bevoegd is het airsoftapparaat voorhanden te hebben; en

c. voor zover uit tijdens het vervoer aanwezige documenten blijkt dat aan de in het eerste lid, alsmede aan de in dit lid onder a en b genoemde voorwaarden is voldaan.

Artikel 17g

1. Van het verbod van artikel 13, eerste lid van de wet wordt voor het vervoeren van airsoftapparaten vrijstelling verleend aan personen in dienst van erkenninghouders.

2. De vrijstelling in het eerste lid geldt slechts indien:

a. het airsoftapparaten betreft waarop de erkenning betrekking heeft;

b. het vervoer plaatsvindt in opdracht van de erkenninghouder, dan wel de beheerder in het bedrijf waaraan de erkenning is verleend;

c. het vervoer noodzakelijk is voor de goede uitvoering van de handelingen waarop de erkenning betrekking heeft;

d. de erkenninghouder, onderscheidenlijk de beheerder bevoegd is de airsoftapparaten te vervoeren; en

e. uit tijdens het vervoer aanwezige documenten blijkt dat aan de in het eerste lid, alsmede aan de in dit lid onder a tot en met d genoemde voorwaarden is voldaan.